Posts tonen met het label cabaret. Alle posts tonen
Posts tonen met het label cabaret. Alle posts tonen

woensdag 25 mei 2016

Peter Heerschop: "Ik wil Minister van Enthousiasme worden"




Zijn eerste solo – ‘Gelukszoekers’ – beviel zo goed, dat hij meteen een tweede speelt: ‘Van horen zeggen’. “Ik had zin om nog meer te vertellen,” zegt Peter Heerschop (55), bekend van o.a. NUHR en zijn wekelijkse column ‘Lieve Marianne’ op radio 538. “De eerste keer heb ik echt al mijn persoonlijke verhalen verteld, daarom werd mij al snel duidelijk dat mijn tweede soloprogramma ‘Van horen zeggen’ moest heten.”

donderdag 2 april 2015

Interview Eric van Sauers: "Ik kan niet wachten"

Drie hele theaterseizoenen was hij niet als cabaretier te bewonderen. Maar nu is hij terug en dus is het de hoogste tijd om uit te vinden wat zijn nieuwe plannen zijn. 


woensdag 1 april 2015

Interview Viggo Waas: "Een held in je dromen"


Ineens was de tijd rijp voor een soloprogramma. Viggo Waas – al sinds 1987 NUHR-lid en daarnaast te zien in diverse tv-programma’s – had verhalen te vertellen. Daarnaast wilde hij weten hoe het is om zonder zijn vrienden op het podium te staan: “Ik wil wel eens weten hoe het is om in mijn eentje de spanningsboog van een avond te moeten maken.” Dus nu is er zijn solo Cruijff en Pipo.

Moralistische betweter

Waas merkte dat de verhalen in zijn voorstelling eigenlijk allemaal over helden gaan. “Ik heb als jongetje altijd een held willen zijn. Ik had ook veel helden, van Johan Cruijff tot Ivanhoe, van Robin Hood tot James Bond. En natuurlijk treed ik niet voor niks op. Ik heb nu de behoefte dit te doen en ik voel me verplicht dat gevoel te volgen. Het tweede gedeelte van de titel gaat over Pipo de Clown. Voor velen in mijn tijd een held, maar voor mij was hij alles wat ik niet wilde worden. Pipo is een moralistische betweter! Maar ja, uiteindelijk blijkt natuurlijk: je wilt Johan Cruijff zijn, maar als je goed over jezelf nadenkt, ben je Pipo de Clown.” Hij sprak al jaren geleden met collega en vriend Eric van Sauers over een programma vol heldenverhalen waarbij waarheid en fantasie door elkaar lopen. “Ik ben ook op het spoor gebracht door de film The Secret Life of Walter Mitty waarin iemand een heel ander leven voor zichzelf fantaseert. De verhalen die ik vertel in de voorstelling zouden allemaal best waargebeurd kunnen zijn. Op het moment dat je denkt: dat heeft hij vast niet zo gedaan, ga ik in mijn fantasie nog even door.”

Kletsen met Mick Jagger
Is het gek dat nu alles uit Waas zelf moet komen? Ja en nee, vindt hij. “Want ik hoef nu geen concessies te doen. Als ik het fout doe, doe ik het zelf fout. Ik ben benieuwd hoe ik het vind, alleen op pad. Als het niet lukt, is het niet het einde van de wereld. Maar ik heb het idee dat ik met Cruijff en Pipo iets moois kan maken. Ik ambieer geen solocarrière, helemaal niet, maar het is wel eens goed om eens een keer uit je comfortzone te stappen.” Hij noemt het ‘een ingecalculeerd risico’ want hierna ligt er in de comfortzone weer een programma met NUHR in het verschiet. “Ik ben in wezen een teamplayer. Maar toen zei Mick Jagger, die ik toevallig tegenkwam in Rotterdam waar hij met de Stones optrad: ‘Ik ga ook af en toe solo. Zeg ik tegen Keith en Charlie: nu even niet. Ga nou gewoon je eigen songs spelen, jongen.’ Tja, als Mick Jagger het zegt…”

Een held in je dromen
Cruijff en Pipo wordt aangekondigd als een programma over waarheid en leugen. Interessant thema voor de cabaretier, die daar bij NUHR al vaker een subtiel spel mee speelde. Waas: “Ik heb vaak dat ik in mijn dromen en fantasie dingen doe die ik graag had willen doen. Ik red mensen uit brandende huizen, ik red Theo van Gogh, ik voorkom de aanslag op Charlie Hebdo. Zo droom ik het van me af. Waarschijnlijk is dat een heel bekend gegeven in de psychiatrie, haha, maar dat heb ik niet uitgezocht. Het zal er mee te maken hebben dat je daarmee je angsten bezweert. Ik vertel in de voorstelling ook dat ik de opdracht krijg van MI6 om naar Poetin te gaan. Ik heb in dienst gezeten en een special forces-opleiding gehad, dus ik kan daar zo heen. En met mijn schroevendraaiersetje het Kremlin binnenkomen om Poetin ter verantwoording te roepen.”

Glashard liegen
Cruijff was een jeugdheld voor Waas, die zelf tot zijn 24e op vrij hoog niveau heeft gevoetbald bij Ajax. Waas kan hem ook bijzonder goed imiteren zoals hij in de laatste NUHR-voorstelling Back to basic nog eens demonstreerde. De twee zijn elkaar ook al meerdere keren tegengekomen. Blijft zo iemand een held? “Ik vind Cruijff nog steeds een heel bijzondere man. Dat ís ook echt een bijzondere man. Helemaal zichzelf en heel aardig. Maar wel met een hele duidelijke, eigen mening die misschien niet te begrijpen valt voor iedereen.” Zijn er ook helden van hun voetstuk gevallen? “Ja, Lance Armstrong. Dat blijkt gewoon een drugsverslaafde te zijn! Dat vind ik echt vervelend. Ik keek dagenlang naar de Tour de France om hem te zien winnen. Kon ik tranen van in mijn ogen krijgen. Nu blijkt hij gewoon de allergrootste valsspeler te zijn. En altijd glashard liegen hè.”

Gruizige gitaren
Nu staat Viggo Waas toch niet helemaal alleen op het podium. Hij wordt ondersteunt door gitarist en componist Wouter Planteijdt. Die schreef ook de muziek bij de nieuwe liedjes die Waas zingt in Cruijff en Pipo. Bovendien heeft hij een soundschape gemaakt dat bij de verhalen past. Geluiden, samples, flarden van bekende tunes komen langs. Zo heeft het vrolijke ‘Pipo de Clown en Mamaloeeeee’ een extra en vooral gruizig gitaarjasje gekregen. “De muziek steunt me enorm. Wouter is een weergaloze muzikant en daar kan ik van genieten. Ik heb tien nieuwe liedjes geschreven die ik ga zingen. Het zijn niet echt cabaretliedjes geworden. Wouter komt uit de popmuziek, de vrij experimentele hoek, dus dat hoor je terug in de muziek.”

Een betere versie van Viggo Waas
Hoewel Viggo Waas de meeste verhalen zelf heeft meegemaakt – zij het dat ze nu schromelijk overdreven in Cruijff en Pipo terecht zijn gekomen – vindt hij dat niet alles over hem hoeft te gaan. “Heldendom heeft ook te maken met wat er in de wereld gebeurt. Ik vind sowieso dat cabaret moet gaan over ‘ik ten opzichte van de wereld’. Niet met het vingertje, maar wel: zo kijk ik er tegenaan.” Waas wil in zijn programma graag een betere versie laten zien van hem zelf. “Je kijkt naar iemand die vertelt hoe hij had willen zijn. En als het goed is, zijn er bepaalde momenten dat je denkt: dit had hij heel graag willen doen, maar dat heeft hij waarschijnlijk niet gedaan. En dat herkennen we wel, want dat doet iedereen wel eens. Dat is mooie: in je dromen en fantasie kun je alles goed maken. Maar uiteindelijk moet je dealen met wie je zelf bent.”

Viggo Waas | Cruijff en Pipo (try-out)
wo 29 april 2014
meer info en tickets




maandag 15 december 2014

Interview Samba Schutte: “In Nederland mag de lach pijn doen”





“Het spijt me, maar ik ben nog niet klaar voor een tweede show”, schrijft comedian Samba Schutte (31) in 2010 aan zijn publiek. Schutte, die in 2006 het Leids Cabaret Festival won, is doorgebroken met zijn eerste show Hakili Jambar, maar merkt dat het snelle succes hem heeft opgebrand. Een tweede show kost teveel energie. Schutte cancelt alle tachtig voorstellingen. Hij heeft tijd nodig. Hij wil nieuwe ervaringen opdoen. Schutte vertrekt naar Amerika om zich als comedian te ontwikkelen.

maandag 24 november 2014

Interview: Patrick Nederkoorn over 'Code Rood'



Nieuw aan het firmament is de jonge cabaretier Patrick Nederkoorn. Hij verweeft in
zijn eerste avondvullende theatervoorstelling Code Rood persoonlijke verhalen met
de actualiteit.

 

woensdag 22 oktober 2014

Interview: Dolf Jansen over zijn Oudejaarsconference 2014





Wie naar de oudejaarsvoorstelling De Nieuwsjager gaat kijken, hoeft zich bij het betreden van de zaal geen moment af te vragen wat voor Dolf Jansen het moment van het jaar was. Over de hele breedte en hoogte van het podium zweeft Robin van Persie in full colour naar zijn bejubelde doelpunt toe. Tegen die magische achtergrond speelt Dolf Jansen één van zijn beste voorstellingen die hij tot nu toe heeft gemaakt.

woensdag 29 januari 2014

Interview Hans Liberg: Ik ben high en low tegelijk





  


Meneer Liberg, pianokomiek, muziek-comedian, virtuoos humorist. Welke beschrijving hebt u het liefst?
Ach, het maakt me weinig uit, maar de meeste mensen noemen me een pianokomiek. Dat klopt aardig. In Engeland omschrijven ze het met Music & comedy.

Sinds 2008 hebt u wel een officiële titel. Het heeft Hare Majesteit behaagd u tot ridder te verheffen. U bent nu ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Is dat het hoogtepunt van uw carrière?
Het is er één in een reeks. Ik heb meerdere hoogtepunten in mijn carrière meegemaakt waarbij ik dacht: Niet slecht. Het is absoluut een hoogtepunt en een officiële erkenning van mijn werk. Net als mijn Emmy. (International Emmy Award voor ‘Liberg zaps himself’, New York, red.)

Hoe kan een ‘doodnormale kleine jongen uit Amsterdam’ het op cultureel gebied zo ver schoppen?
Dat kan alleen als je een doodnormale, kleine jongen uit Amsterdam bent. Veel kunstenaars zoals Picasso en ik zijn van eenvoudige komaf. Franz Schubert was ook niet echt rijk. Maar weinig kunstenaars hebben van huis uit een adellijke titel. Je moet dingen op eigen kracht bereiken en misschien is de drang daartoe groter als je zogezegd ‘normaal’ bent. Ik ben geboren in de Jordaan. Ik ben high en low tegelijk, ik hou van Bach, Beethoven, Debussy, Górecki, Elgar en Scriabin, maar ik zing ook graag liedjes die mijn oma van moeders kant altijd door de kamer schalde. Ik streef naar authenticiteit, naar echt, naar waar. Ik probeer met elke show een stapje verder te komen.

Door het pianospel van uw oma van vaders kant kwam u al vroeg in contact met muziek. Wat was uw oma voor een vrouw?
Mijn oma was een Duitse uit Holzminden die in de 19e eeuw naar Nederland is gegaan omdat er in Duitsland nauwelijks werk te vinden was. De Nederlanders waren rijk. Mijn overgrootvader was hoefsmid en had een smidse in Amsterdam. Dankzij hem kon mijn oma pianospelen. Ze hadden in die tijd nog geen cd's, alleen een oude Polyphon speeldoos. Die is nu 120 jaar oud en in mijn bezit. Mijn grootouders kenden de klassieke muziek goed. Mijn ouders luisterden naar de Andrews Sisters en Glenn Miller, de oorlogsmuziek uit Amerika. Ik ben dus opgegroeid met zowel de klassieke als de populaire muziek.

Moet je van klassieke muziek houden om echt van uw optreden te kunnen genieten?
Nee, volgens mij niet. Het is van alles wat: 50% klassieke muziek en 50% andere muziek. Er zitten zelfs kinderen in de zaal die begrijpen wat ik doe, maar namen als Brahms, Bach en Beethoven niet kennen. Intuïtief begrijpen ze de muziek. Maar het is wel fijn om iets over klassieke muziek te weten, want dan kan je dubbel genieten.


Houdt u rekening met de leeftijd van uw publiek?
Nee, ik geloof niet in leeftijd. Harry Mulisch voelde zich altijd 17. Ik weet wat jongeren leuk vinden, ik heb drie kinderen rond die leeftijd en een heel stel jonge mensen in de show èn mee op tour. Ouderen moeten zich verdiepen in de wereld van de jeugd en er voor open staan. Bijvoorbeeld Ben Cramer en Ali B. die samen rappen op ‘Hij was maar een clown’ – fantastisch! Bach improviseerde ook op oude kerkmelodieën. Het is een eeuwenoud principe. Oude wijn in nieuwe zakken.

Op uw 18e bent u muziekwetenschap gaan studeren in Amsterdam. Uw afstudeerscriptie ging over Scat Vocals. Wat vindt u belangrijker, spraak of muziek?
Toch vooral de muziek, want ik ben niet altijd zo in tekst geïnteresseerd. Ik luister niet altijd naar teksten en ze kunnen dus zelfs in het Latijn zijn. Het gaat mij vooral om het verhaal dat de muziek vertelt.

Achter uw grappen en humor zit, zoals bij alle komieken, een serieuze boodschap. Humor heeft te maken met vrede. De innerlijke vrede, of de vrede in de gemeenschap?
Humor is ook serieus. Humor is net zo hard nodig als kunst, dromen en muziek. Het leven is meer dan alleen maar werken en eten. Humor maakt de mensen menselijk. Het heeft ook wel te maken met humus; een soort compost waardoor je kunt groeien, en gezond blijft. Daarom is het zo serieus. Maar humor kan ook een tragische achtergrond hebben zoals bijvoorbeeld in de blues te horen is. Een lach of een traan liggen heel dicht bij elkaar. Ik neem mezelf niet zo serieus, want je moet jezelf blijven relativeren en daar zorgt humor voor. Dat maakt je menselijk en zorgt dat je met beide benen op de grond blijft staan. Dan kan je groeien.

Waar haalt u die creativiteit en inspiratie vandaan?
Simpelweg door van 10 tot 1 te werken. In mijn tuin staat een werkhuisje dat er uit ziet als een stapel hout. Het is speciaal voor mij ontworpen door Piet Hein Eek. Inmiddels heeft dat huisje een eigen carrière; het is beroemd tot aan Japan! Ik heb er deze show ‘ATTACCA’ geschreven. Ik zit daar elke dag. Muziek is de impuls en levert mij meestal de ideeën. Daar omheen komt de taal, het verhaal.  Alles wat in me opkomt verzamel ik in een grote doos en later orden ik dat tot nieuwe onderwerpen voor mijn show. Het is een proces waarin ik vele uren moet maken, maar dat moesten Beethoven en de Beatles ook.

In elke show  heeft u het wel over de liefde voor muziek. Met welk lied kun je het hart van een vrouw veroveren?
(Lacht) Dat weet ik niet. Dat hangt van de vrouw af. Zelf denk ik dat je een vrouw beter met humor kan veroveren dan met muziek. Maar ik heb mijn vrouw veroverd door de hele tijd (zingt) ‘When I fall in love, it will be forever’ te zingen. We hebben elkaar in Parijs leren kennen. Het best is dus een mooi lied voor een mooie vrouw, in een mooie plaats.

Vertel nog even wat het publiek nog meer kan verwachten van uw nieuwe show ATTACCA
ATTACCA. Zoals de titel al aangeeft … oh nee, dat gaan we niet verklappen. Het is een show met High en Low: camping repertoire, gecombineerd met een elitaire meezinger over George Condo. George wie? … Zoek dat zelf maar op. Wat niet veel mensen weten, is dat ik een grote kunstverzameling heb, maar daar niet graag mee te koop loop. In ATTACCA daarover meer. Verder natuurlijk een virtuoze solo op de alpenhorn (lacht) Klassiek, pop en alles wat er zo aan muziek te vinden is. “Het houdt niet op, niet vanzelf”. Veel beweging en hippe arrangementen.

Door Dorothea Nieuwenhuis

Hans Liberg | Attaca
vr 28 maart '14 | 20.15 uur
meer info en tickets 

woensdag 18 december 2013

Interview: Marc-Marie Huijbregts


Marc-Marie Huijbregts groeide samen met zijn twee zussen op in een middenklassengezin in Tilburg. Van jongs af aan wilde hij zingen en acteren. Op goed geluk deed hij begin jaren negentig auditie voor de musical Company. Hij werd direct aangenomen. Daarna volgden meer voorstellingen, onder meer bij het Zuidelijk Toneel, het Nationaal Ballet en bij het reizend theaterfestival De Parade. Ook speelde hij kleine rolletjes in televisieseries.

In 1998 ontmoette hij Raoul Heertje die hem uitnodigde mee te doen aan de open podiumavond van de Comedytrain in Toomler, Amsterdam. Daar leerde hij op het podium staan als zichzelf, niet in een rol. Ruim een jaar later won hij Camaretten, met de voorstelling Marc-Marie H. Die avond was een scharniermoment, zegt hij. De wereld begreep hem en hij begreep de wereld.

Waar lag dat aan?
“Ik stond er als mezelf. Zonder hoedjes, snorretjes en andere tierelantijnen. Hoe eerlijker en opener je het toneel opgaat, hoe beter het is. Ik vond stand-uppen altijd een beetje eng. Eigenlijk durf ik dat nu ook niet meer. Je zit voor een volle zaal met alleen maar een microfoon en al die mensen weten dat jij denkt zo direct grappig te zijn. In al die jaren heb ik geleerd dat goeie comedy altijd betekent: leuk zijn, en niet leuk doen. Als ik vooraf denk: dit wordt leuk, dan werkt het niet.”

Hoe geef je vorm aan je shows?
“In mijn theaterprogramma’s heb ik vaste tekst, maar ik laat ook grote stukken open om bijvoorbeeld met het publiek te praten. Die voorstellingen zijn tien keer zwaarder dan voorstellingen waarin alles vastligt. Je moet de hele avond scherp zijn. Door deze interactie met het publiek voelt mijn voorstelling niet als een solovoorstelling. Ik ben altijd samen met mijn publiek. Het zaallicht blijft aan en de mensen worden deel van de voorstelling. “

Je hebt het in je voorstellingen vaak over situaties en personen uit je eigen leven; vind je dat je het over alles en iedereen moet kunnen hebben op het toneel?
“Nee, ik vind niet dat je het over alles en iedereen moet kunnen hebben op het toneel. Je moet wel alles kúnnen zeggen maar je hóeft niet alles te zeggen. Ik probeer wel zo eerlijk mogelijk over mezelf te zijn. Ik spaar mezelf niet en daarmee creëer ik de vrijheid om over anderen ook wat te kunnen zeggen.”

Wat levert je openhartigheid je op?
“Veel gedoe, soms, veel plezier, soms.”

Wat betekent ‘theater’ in jouw leven?
“Theater betekent , om het maar eens groot te zeggen, thuis. Ik voel dat ik daar hoor. Er is geen andere plek, behalve mijn echte thuis, waar ik dat gevoel heb.”

En wat doet zingen voor jou?
“Zingen vind ik heerlijk om te doen. Omdat je er alles in kwijt kan. Je kan acteren, zingen, bewegen. Zang is qua emoties overbrengen veel directer dan tekst alleen.”

Waar gaat Florissant over?
“De rode draad in mijn voorstelling is het overlijden van mijn vader. Dat is inmiddels al weer twee jaar geleden. Toen mijn moeder overleed was het duidelijk. Toen was ik gewoon verdrietig. Maar de rouw die bij mijn vader komt kijken, is onhandig. Die is rafelig. Omdat er veel zo veel meer emoties bij komen kijken. Maar er is in Florissant natuurlijk ook ruimte voor allerlei verhalen, bijvoorbeeld over de week dat ik in een stilteklooster ben geweest, of hoe ik eind augustus helemaal geschminkt in Castricum op een bedrijventerrein stond voor het Sinterklaasjournaal.”

Florissant van Marc-Marie Huijbregts is op zaterdag 11 januari 2014 te zien in Schouwburg Almere.




zondag 31 maart 2013

Interview Paul & Sanne

foto: Leo van Velzen

In januari 2013 werd Adèle Bloemendaal tachtig jaar. Reden voor een hommage aan de zangeres, actrice en cabaretière, in de vorm van het dubbelportret 'Adèle' door Sanne Wallis de Vries en Paul Groot. Op 18 april  spelen ze in Schouwburg Almere.

Wat zijn jullie eerste herinneringen aan Adèle?
Paul: "Een geinponem, een vrouw met een enorm vrolijke uitstraling, met carnavalshits. Ik heb haar leren kennen in ’t Schaep met de 5 poten en De Brekers, waarin ze een heel grote rol had. Pas later heb ik een cd van haar gekregen en heb ik kennisgemaakt met die prachtige nummers van haar. Toen heb ik ontdekt dat ze ook van heel goede, literaire teksten hield."
Sanne: "’t Schaep is van voor mijn tijd. Mijn eerste ontmoeting met haar was een CD die ik ooit kocht; met het Nederlandstalige repertoire dat alleen zij op haar unieke manier bracht. Prachtig. En aan dat typische hoofd met blond piekhaar. Een beetje streng." 

Sanne: "Hoe benader je iemand die zo’n groot artiest is geweest?"
Paul: "Iemand die zoveel kanten heeft, hoe spreek je die aan?"
Sanne: "We zijn bij haar langs geweest, in een piepklein keukentje. Martin van Dijk, die jarenlang haar componist en vaste begeleider is geweest, en de schrijver van haar liedjes, Jan Boerstoel, waren erbij"
Paul: "Bij hen komt het idee voor deze voorstelling vandaan. Wij zijn ervoor gevraagd."

Wat vindt ze ervan dat ze de hoofdpersoon is in een voorstelling waarin ze zelf geen rol speelt?
Paul: "Haar eerste reactie was: ‘ik ben toch nog niet dood?’ Na een half uur wilde ze een afspraak maken om samen de voorstelling te gaan schrijven. Maar dat kan niet, het is voor haar een te grote belasting. Ze is broos. Ons bezoek haalde al zoveel herinneringen naar boven, dat ze een nacht niet sliep."
Sanne: "Het toeren heeft ze echt vréselijk gevonden. Daar heeft ze nare herinneringen aan."

In de voorstelling spelen jullie allebei Adèle, en ook jezelf.
Paul: "Het is een collagevoorstelling met citaten, acteurs die verschillende rollen spelen, fragmenten uit interviews en liedjes. Bekende liedjes, maar ook een nieuw lied, dat uit ons bezoek aan haar is voortgekomen: Hellevaart. Net als vroeger heeft Adèle haar ideeën geponeerd en hebben Jan Boerstoel en Martin van Dijk het nummer geschreven."
Sanne: "Ik wilde eigenlijk ook een nummer schrijven, over de jaren ’80, als reactie op haar lied over de jaren ’60. Het rare Droste-effect is namelijk dat je nu heel goed hoort dat 'de jaren ‘60'  in de jaren ‘80 is geschreven. In de jaren ’80 zat ik in de puberteit, ik verveelde me stierlijk, ik wilde uit recalcitrantie keihard Vanity 6 aanzetten. "De jaren ’80, de verveling sloeg weer toe…" zingen, dat leek me een goed idee. Maar het is er niet van gekomen."

Herkennen jullie iets van jezelf in haar?
Paul: "De liefde voor mooie teksten en de toewijding aan het werk. Haar onafhankelijkheid, de vrijheid die ze nam, het schijt hebben aan alles, daar had ik wel wat meer van willen hebben. Ik ben wat voorzichtiger."
Sanne: "Als toerende solovrouw moet je alles onder controle hebben. Constant fit en alert zijn. Als je dan klaar bent, is het heel lekker om helemaal los te gaan. Nu ik kinderen heb lukt me dat niet meer. Maar die vrijheidsdrang, die liederlijkheid, die herken ik zeker."

Is het een hommage waarin Adèle op een voetstuk staat?
Paul: "We zijn allemaal vervuld van bewondering voor haar. De motivatie is oprecht. Als je haar ziet spelen in ’t Schaep…"
Sanne: "Ze geeft niet te veel."
Paul: "Ze tilt het net boven naturel uit, zonder dat het grotesk wordt."
Sanne: "Maar we leveren ook commentaar, als onszelf. Ik vind niet alles heilig aan Adèle. Je hoeft niet alle tijdvakken kritiekloos na te spelen. Ik heb bepaalde overeenkomsten met haar: ik ben ook moeder, artiest en vrouw. Maar dat wil eigenlijk niet zoveel zeggen. In eerste instantie herkende ik veel in interviews met haar, maar als je een laag dieper graaft merk je dat er veel verschillen zijn. Bijvoorbeeld haar uitspraak: ‘je mag liegen, maar niet tegen jezelf’. Dat heb ik helemaal omgekeerd."

Paul: "Mensen van rond de dertig weten vaak helemaal niet wie ze was."
Sanne: "Laatst zei een vriend: jij gaat toch iets met Karin Bloemen doen?"
Paul: "En dat terwijl ze gepionierd heeft met de one-womanshow."
Sanne: "Ze heeft prachtig werk gemaakt dat bijna nooit meer gebracht wordt. Zonde."

© Janneke Dijke, alpen.cc

vrijdag 22 maart 2013

Recensies over Henry van Loon



Comedian Henry van Loon is bij het grote publiek misschien nog niet zo bekend, maar het regent sterren voor dit aanstormend talent.

maandag 25 februari 2013