Zijn eerste solo – ‘Gelukszoekers’ – beviel zo goed, dat hij
meteen een tweede speelt: ‘Van horen zeggen’. “Ik had zin om nog meer te
vertellen,” zegt Peter Heerschop (55), bekend van o.a. NUHR en zijn wekelijkse
column ‘Lieve Marianne’ op radio 538. “De eerste keer heb ik echt al mijn
persoonlijke verhalen verteld, daarom werd mij al snel duidelijk dat mijn
tweede soloprogramma ‘Van horen zeggen’ moest heten.”
Lachen in het
ziekenhuis
Peter vertelt: “In de twee jaar hiervoor lag een aantal
vrienden van mij in het ziekenhuis of gingen dood. En het wonderlijke is dat dat
gegeven een ander soort gesprekken op gang bracht. ‘We hebben alle tijd’ gold
niet meer, zo veel tijd was er misschien niet meer. Dus de verhalen die verteld
werden kregen veel lading en diepte. Het waren goede verhalen, want het moest
nu. En eigenlijk waren het nooit zware gesprekken, over het algemeen hebben we
behoorlijk gelachen. Dat heb ik meegenomen in mijn theaterprogramma. Ik hoorde
in die tijd ook een mooi verhaal van een arts die veel stervende mensen ziet.
Ik wilde van hem weten: hoe zie je dat iemand doodgaat? Hij zei toen: ‘Wat mij
opvalt is dat mensen doodgaan zoals ze geleefd hebben.’ Dat vond ik een prachtig
gegeven: als je je talenten hebt ontwikkeld en tevreden bent geweest, ga je
rustig dood. En degenen die altijd ruzie hebben gezocht, gaan vechtend dood. Toen
dacht ik: dat kun je dus nog beïnvloeden, je kunt denken: ik wil niet boos
dood, ik moet het goed maken.”
Positieve verhalen
Meteen daarachteraan zegt Peter: “Dat is een mooi thema,
maar mijn programma moet niet natuurlijk niet gaan over ‘oude mensen en de
dingen die voorbij gaan’. Dat gaat het ook niet, maar er klinkt wel in door dat
je soms de keuze hebt om dingen aan te pakken, om ze anders te doen.” Dan,
ietwat verschrikt: “Klinkt dit dominee-achtig? Er zijn over dit onderwerp echt
goeie verhalen, hoor. En het is een grappig programma geworden.”
In zijn eerste soloprogramma ‘Gelukszoekers’ wilde Peter bewust
positieve verhalen brengen. “Nu weer,” zegt hij, “dat zie ik toch wel als mijn
boodschap. Ergens heb ik mij voorgenomen dat het mijn taak is om mensen blij te
maken.” Dat betekent niet dat er in ‘Van horen zeggen’ alleen maar
zonneschijn-verhalen zitten. “Integendeel. Ik vertel liever verhalen waarin
dingen heel erg mis gaan. Als troost, om mensen te laten zien dat het altijd
nog treuriger kan.”
Minister van
Enthousiasme
Toch is het alleen maar vertellen van verhalen is Peter niet
genoeg, hij heeft ook een doel. De leraar in hem – hij deed de Academie voor
Lichamelijke Opvoeding en gaf daarna een aantal jaar gymles – is er nog steeds.
Lachend: “Het is net als met opvoeden: je moet een visie en doel hebben. Nou,
dat heb ik ook. Ik zal niet te hoog in zetten, maar ik wil ervoor zorgen mensen
vanaf morgen een leuker leven hebben.”
Eh, maar dat is toch juist een heel hoog doel? Peter knikt.
“Mensen moeten ook heel hard lachen als ik dat zeg. Dat kan toch helemaal
niemand! Het is een belachelijk hoog doel, misschien lukt het wel nooit, maar
er moeten mensen zijn die dat doen. Mensen die zorgen dat we het goed met
elkaar hebben. Nou, die rol neem ik dan op mij. Ik heb besloten dat ik Minister
van Enthousiasme wil worden. En die taak neem ik bijzonder serieus. Een aantal
cabaretcollega’s heeft tegen mij gezegd dat ik niet bezig moet zijn met hoe
mensen de zaal uit gaan. Maar ik ben daar wel mee bezig. Ik wil dat mijn
programma iets doet met ze en daar voel ik me verantwoordelijk voor. Dat had ik
al toen ik lesgaf. Ik wil dat mijn publiek iets meemaakt.”
Publiek als
proefkonijn
Peters stijl in zijn uppie is die van de grappige, mooie
verhalen. “Ik ben niet iemand die keihard en heel stellig van alles verkondigt
en hele groepen wegzet als achterlijk en debiel, dat zit gewoon niet in mij.
Maar het is wel leuk om toch even te proberen...” Zijn ogen twinkelen. “Mensen
willen een harde mening? Nou, die heb ik wel, dus ik ga er in ‘Van horen
zeggen’ op meest schofterige manier op inhakken. Maar je voelt al snel dat het
niet bij me past. Toen ik nog lesgaf en ik werd echt kwaad op een klas, moesten
ze vaak lachen.”
Peter ziet zijn publiek ook een klein beetje als
proefkonijnen. “Ik hou ontzettend van allerlei wetenschappelijke onderzoeken.
Dus daar wil ik testjes mee doen met de zaal. Bijvoorbeeld hoe het komt dat je
snel oordeelt zonder te weten waar het echt over gaat. Bere-interessant. We
hebben een snel oordeel en een traag, lui begripscentrum. Iets van iemand
vinden is klaar in een tiende van een seconde. En dan gaat je luie brein daar
argumenten bij bedenken. Mensen kunnen aan de hand van een eerste ‘hallo’
bepalen wat voor persoon dat is. En daar komen ze nooit meer los van. Kijk, dat
ga ik dan meteen testen natuurlijk. Nee, dat wordt echt een hele leuke avond.”
zaterdag 4 juni 2016 | 20.15 uur | Kunstlinie Almere Flevoland
meer info en tickets
Geen opmerkingen:
Een reactie posten