‘Ik voel mij steeds meer verhalenverteller’
Door Joep van Ruiten
Of hij nog weet hoe hij met het theater in aanraking is
gekomen? Daniël Lohues denkt na. “Als kind ging ik met mijn ouders wel eens
naar Vredenburg in Utrecht, naar een pianoconcert. Machtig mooi. En op zondag
draaiden we elpees van Wim Sonneveld en Toon Hermans”, zegt hij. “Maar theater
als zodanig? Met de lagere school ben ik ooit naar een
kindertheatervoorstelling in De Muzeval geweest. Daar kan ik mij nauwelijks
iets van herinneren. Het zal aan de voorstelling hebben gelegen. Het meeste uit
die tijd weet ik nog.”
Sinds een jaar of vijf geldt Daniël Lohues als een succesvol
podiumkunstenaar. In Drenthe en daarbuiten. Cruciaal in dat verband is Allennig,
het gelijknamige album en soloprogramma dat in 2006 volgde op zijn werk met The
Louisiana Blues Club. Allennig – dat uiteindelijk uitmondde in een
vierluik – betekende een terugkeer naar de eenvoud voor de zanger, componist,
schrijver en producer uit Erica: een man alleen, met snaren, toetsen en
liedjes. En het betekende een verhuizing van popconcerten en festivals naar
schouwburgen en theaters.
Daar ging geen plan aan vooraf, benadrukt Lohues (Emmen,
1971) nu hij met Ericana aan zijn zevende theaterprogramma begint. “Het
gaat altijd vanzelf. En het begint met muziek. Ik ben bezig liedjes te maken,
met schrijven. Later, als er een stapel nummers ligt, zie ik dat het een
bepaalde kant op gaat, dat ik het ergens over wil hebben, dat iets mij dwars
zit. Het gaat allemaal op gevoel. Zo ging het met The Charlies, met Skik, met
The Blues Club, met Allennig, met Hout moet. Achteraf blijken het
projecten.”
Inmiddels wordt het theater gekoesterd. “Met Skik probeerden
we zo te spelen dat het er niet toe deed in welke taal de liedjes werden
gezongen”, vertelt hij. “Nu merk ik hoe fijn het is als je de taal wél kunt
verstaan. In het theater is de akoestiek vaak geweldig. Je hebt er een mooie
vleugel, je kunt er fantastisch musiceren, er zitten soms wel twaalfhonderd
mensen naar je te luisteren. Ik zeg niet dat ik nooit meer rock ‘n’ roll wil
spelen – als ik het doe moet het knoerthard. Maar mooi zacht is ook heel fijn.”
Net als bij Hout moet en Gunder werd voor Ericana
de hulp ingeroepen van gitarist Bernard Gepken en bassist Guus Strijbosch.
Toch is Lohues in veel opzichten een onmiskenbare doe-het-zelver. In de studio
schrijft, speelt en registreert hij veel in zijn eentje. In het theater
opereert hij – opvallend – zonder producent en regisseur. “Dat is niet omdat ik
het onnodig vind. Dat is omdat ik alles graag zelf doe. Ik vind het mooi dingen
zelf te verzinnen. Uiteraard luister ik naar de opmerkingen van collega’s. Ik
heb veel geleerd van de maestro’s, van Herman Finkers, Freek de Jonge en Herman
van Veen.”
Geen optreden is hetzelfde, bezweert hij. “Ik mocht altijd
al graag iets zeggen op het podium. Maar sinds ik in het theater sta, voel ik
mij steeds meer een verhalenverteller. Het kristalliseert zich uit. Gaandeweg
leer je over timing, over spanning en waar je een bepaalde grap moet maken. Wat
niet wil zeggen dat je na de zeventigste keer op een knop kunt drukken. Want
het publiek reageert iedere keer anders. Dat kan aan het theater liggen: in
Almere is het anders dan in Amstelveen. Maar ook aan de wereld: toen Japan werd
getroffen door de Tsunami merkte ik dat aan het publiek. Zelfs als het buiten
volle maan is, kun je dat in de zaal voelen.”
Daniël Lohues is op donderdag 21 maart te zien en te horen in Schouwburg Almere. Kijk voor meer informatie en het bestellen van kaarten op onze website.
Joep van Ruiten is
cultuurredacteur bij Dagblad van het Noorden en oprichter van Woest en Ledig
Geen opmerkingen:
Een reactie posten