donderdag 28 februari 2013

Interview Daniël Lohues


‘Ik voel mij steeds meer verhalenverteller’





Door Joep van Ruiten

Of hij nog weet hoe hij met het theater in aanraking is gekomen? Daniël Lohues denkt na. “Als kind ging ik met mijn ouders wel eens naar Vredenburg in Utrecht, naar een pianoconcert. Machtig mooi. En op zondag draaiden we elpees van Wim Sonneveld en Toon Hermans”, zegt hij. “Maar theater als zodanig? Met de lagere school ben ik ooit naar een kindertheatervoorstelling in De Muzeval geweest. Daar kan ik mij nauwelijks iets van herinneren. Het zal aan de voorstelling hebben gelegen. Het meeste uit die tijd weet ik nog.”

Sinds een jaar of vijf geldt Daniël Lohues als een succesvol podiumkunstenaar. In Drenthe en daarbuiten. Cruciaal in dat verband is Allennig, het gelijknamige album en soloprogramma dat in 2006 volgde op zijn werk met The Louisiana Blues Club. Allennig – dat uiteindelijk uitmondde in een vierluik – betekende een terugkeer naar de eenvoud voor de zanger, componist, schrijver en producer uit Erica: een man alleen, met snaren, toetsen en liedjes. En het betekende een verhuizing van popconcerten en festivals naar schouwburgen en theaters.

Daar ging geen plan aan vooraf, benadrukt Lohues (Emmen, 1971) nu hij met Ericana aan zijn zevende theaterprogramma begint. “Het gaat altijd vanzelf. En het begint met muziek. Ik ben bezig liedjes te maken, met schrijven. Later, als er een stapel nummers ligt, zie ik dat het een bepaalde kant op gaat, dat ik het ergens over wil hebben, dat iets mij dwars zit. Het gaat allemaal op gevoel. Zo ging het met The Charlies, met Skik, met The Blues Club, met Allennig, met Hout moet. Achteraf blijken het projecten.”

Inmiddels wordt het theater gekoesterd. “Met Skik probeerden we zo te spelen dat het er niet toe deed in welke taal de liedjes werden gezongen”, vertelt hij. “Nu merk ik hoe fijn het is als je de taal wél kunt verstaan. In het theater is de akoestiek vaak geweldig. Je hebt er een mooie vleugel, je kunt er fantastisch musiceren, er zitten soms wel twaalfhonderd mensen naar je te luisteren. Ik zeg niet dat ik nooit meer rock ‘n’ roll wil spelen – als ik het doe moet het knoerthard. Maar mooi zacht is ook heel fijn.”

Net als bij Hout moet en Gunder werd voor Ericana de hulp ingeroepen van gitarist Bernard Gepken en bassist Guus Strijbosch. Toch is Lohues in veel opzichten een onmiskenbare doe-het-zelver. In de studio schrijft, speelt en registreert hij veel in zijn eentje. In het theater opereert hij – opvallend – zonder producent en regisseur. “Dat is niet omdat ik het onnodig vind. Dat is omdat ik alles graag zelf doe. Ik vind het mooi dingen zelf te verzinnen. Uiteraard luister ik naar de opmerkingen van collega’s. Ik heb veel geleerd van de maestro’s, van Herman Finkers, Freek de Jonge en Herman van Veen.”

Geen optreden is hetzelfde, bezweert hij. “Ik mocht altijd al graag iets zeggen op het podium. Maar sinds ik in het theater sta, voel ik mij steeds meer een verhalenverteller. Het kristalliseert zich uit. Gaandeweg leer je over timing, over spanning en waar je een bepaalde grap moet maken. Wat niet wil zeggen dat je na de zeventigste keer op een knop kunt drukken. Want het publiek reageert iedere keer anders. Dat kan aan het theater liggen: in Almere is het anders dan in Amstelveen. Maar ook aan de wereld: toen Japan werd getroffen door de Tsunami merkte ik dat aan het publiek. Zelfs als het buiten volle maan is, kun je dat in de zaal voelen.”

Daniël Lohues is op donderdag 21 maart te zien en te horen in Schouwburg Almere. Kijk voor meer informatie en het bestellen van kaarten op onze website.

Joep van Ruiten is cultuurredacteur bij Dagblad van het Noorden en oprichter van Woest en Ledig

Geen opmerkingen:

Een reactie posten