donderdag 23 januari 2014

Interview: Katinka Polderman





Ze was er een jaartje tussenuit, maar komend seizoen is Katinka Polderman weer haar ultieme zelf in voorstelling Polderman Baart Zorgen. Naast de gortdroge humor en de hilarische liedjes introduceert Polderman ook een nieuw genre: de minimusical op kijkdoosformaat.

Rijdende Rechter – De Musical, geen mens op de wereld zou zo’n muziektheaterproductie zelfs maar overwegen, laat staat uitvoeren. Katinka Polderman wel dus. In haar vierde theatersolo neemt deze minimusical op kijkdoosformaat een prominente rol in. Niet dat Polderman op voorhand van plan was om een muzikale theaterversie van dit populaire televisieprogramma te maken. “Ik heb nooit een voornemen,” zegt ze op de lome, zangerige toon die wij zo goed van haar kennen. Ze hangt relaxt aan een hoge tafel in de foyer van een provincietheater en komt nog even bij van een aandoenlijk chaotisch verlopen inspeelvoorstelling. “Eerst zijn er de liedjes, “legt ze uit. “Hoewel ik een jaartje niet heb opgetreden, ben ik gewoon door blijven schrijven, dus ik had nog veel liggen en schreef er ook nog wat bij. Voor de eerste try-out gaan we die liedjes dan in een bepaalde volgorde zetten en dan komt er vanzelf een thema bovendrijven dat ik eerder nog helemaal niet had gezien. Op de een of andere manier wordt iedere voorstelling die ik maak vanzelf weer anders dan de vorige. Ik heb echt geen idee meer hoe ik aan die Rijdende Rechter ben gekomen. Waarschijnlijk probeerde ik een nieuw liedje te schrijven, maar lukte dat niet echt omdat ik weer eens een kater had. Dan ga ik meestal maar iets aanklooien voor mezelf. Dát, en het feit dat Micha Wertheim, m’n regisseur, me aan het knutselen wilde krijgen, heeft waarschijnlijk tot Rijdende Rechter de Musical heeft geleid. Ik had wel eens cadeautjes voor Micha en anderen geknutseld. Dat vond hij zo leuk dat ik, zei hij, dat ook maar eens voor mijn voorstelling moest gaan doen.”

Voor Polderman Baart Zorgen knutselde de cabaretière een minitheater in elkaar dat rechts op het podium staat en waarvan de beelden door middel van een overheadprojector levensgroot op het achterdoek worden geprojecteerd. Voor dit theatertje maakte Polderman een replica van haar woonkamer en de decors voor haar musical. Waarom zij koos voor het minst musicalesque personage dat je maar kunt bedenken, kan de tegendraadse theatermaakster ons haarfijn uitleggen. “Ik hou écht wel van De Rijdende Rechter,” zegt ze met passie. “Het is allemaal zo duidelijk wat er in die programma’s gebeurt. Als hij zijn uitspraak heeft gedaan, weet je precies wat er moet gebeuren – heel anders dan bij liedjes schrijven of kunst maken. Wanneer ik daar mee bezig ben, is het nooit duidelijk wat er moet gebeuren. Bij De Rijdende Rechter is het: zo zit het, zo gaan we het doen, afgerond! Dat vind ik er zo mooi aan. Ik vind het bovendien heerlijk om verongelijkte mensen op tv te zien, mensen die denken dat ze gelijk hebben en zich ontzettend kwaad maken om helemaal niets. Die fascinatie was er dus al wel. Maar hoe dat nou zo vreselijk uit de hand heeft kunnen lopen, weet ik ook niet…”

Wanneer Polderman geen kater heeft, en wel gedreven aan liedjes kan werken, ontstaan er pareltjes die niet alleen heerlijk zijn om te horen, maar die de cabaretière ook privé door het leven helpen. “In liedjes zet ik alles op een rij,” bekent zij. “Bijvoorbeeld zoals die eerste keer dat ik ging vliegen. Ik was 23 en had nog nooit in een vliegtuig gezeten. Ik moest naar Singapore en da’s best een eind. Ik vond dat echt dóód eng. Omdat ik dat nog nooit had gedaan en ik het verre buitenland nog nooit had gezien, kon ik mij er ook helemaal geen voorstelling van maken hoe dat zou zijn. Ik dacht steeds maar: zal je net zien, ga ik eens een keer vliegen, storten we neer… Toen heb ik een liedje geschreven over alles wat er tijdens een vliegreis mis zou kunnen gaan: we storten neer, de piloot is dronken, er stopt iemand harddrugs in mijn koffer, ik kom in de gevangenis, daar word ik aangevallen door een giftige slang, er komt een tsunami…. Toen ik het liedje af had, dacht ik: dit is allemaal zó belachelijk, dat gaat écht nooit gebeuren. Toen was ik gerustgesteld. Die functie hebben liedjes bij mij: als ik iets niet snap of als ik ergens kwaad over ben of ergens bang voor ben, dan weet ik die gevoelens in een liedje wel te structureren. Zo orden ik de chaos in mijn hoofd. Dan weet ik ineens wat ik ergens van vind, of dat ik niet bang hoef te zijn of dat ik ergens blij mee mag zijn. Therapeutisch zou ik mijn liedjes niet willen noemen, want dat klinkt meteen weer zo ‘therapeutisch’. Maar helpen doen ze wel…”


Katinka Polderman
wo 5 februari 2014
meer info en tickets

Geen opmerkingen:

Een reactie posten